Het Aum teken

Aum is een basissymbool van de Indische religieuze tradities. Vaak wordt het ook Om genoemd. De precieze transcriptie maakt echter weinig uit. Het gaat om de klank: een langgerekte klinker die zich ergens tussen de ‘o’ en ‘au’ bevindt en die eindigt op een zachte ‘mmm…’. Deze Aum-klank wordt met een specifiek symbool uitgedrukt: een ronde ‘drie’ met in het midden een elegante krul en erboven een neerliggende halve maan met daarin een vastberaden punt. Het teken is alomtegenwoordig in India, is zichtbaar op heel wat amuletjes die je op festivals kan kopen en is een weerkerend motief in winkels met exotisch binnenhuismateriaal. Maar hoe aanwezig het ook is in spirituele middens, veelal wordt het niet correct begrepen.

Aum staat voor de basistrilling van het universum. Het staat voor het basisritme van de energie waaruit al onze materie is opgebouwd. Het staat voor de oerklank die alles doordringt en zo voor een vibratie zorgt die het gehele universum in beweging houdt.

Op atomair niveau valt het bestaan van een basistrilling ook weinig te ontkennen: de kleinste deeltjes van alle materie zijn constant in beweging. Al ziet materie er vaak bewegingsloos uit, de allerkleinste bouwstenen van die materie wentelen net zozeer rond elkaar als planeten rond een zon.

Wanneer men dan de Aum-klank als mantra gebruikt of wanneer men die innerlijk bemediteert, heeft men als doel zich te verenigen met die basistrilling van het universum. Mediteren met een focus op de Aum doet men bijgevolg om het basisritme van de wereld gewaar te worden en het eigen wezen weer door die vibratie te laten doordringen.

En inderdaad, wie dat correct doet, wordt al snel een diepe en intense energetische trilling gewaar. Men kan zich dus wel degelijk openen voor de Aum en die in zich voelen. Meer nog, men kan proberen om het eigen ‘bewegen’ – dat wil zeggen, het eigen doen en laten – ermee in overeenstemming te brengen.

In sommige kringen gaat men echter nog een stap verder. Zo ziet men het opnemen van de Om-trilling soms als een manier om rechtstreeks contact te leggen met God. Ze laten dan uitschijnen dat de Aum niet alleen de goddelijke vibratie is die het hele universum heeft gecreëerd, maar ook dat wie één wordt met de frequentie van Aum, één wordt met God. Dat is echter niet wat het de Indische tradities werkelijk beweren. Die trilling, die basisenergie, is God niet. God schuilt wel in de trilling en de energie, maar Hij is die niet.

God is veel groter dan eender welke energie. God gaat veel dieper dan eender welke trilling.

Hoewel een mens dus tot bepaalde inzichten kan komen en een spirituele realiteit kan ervaren wanneer hij die grondtoon van Aum op het spoor komt, door de Aum te ontdekken heeft men daarom nog niet de totale realiteit van het goddelijke gevonden.

God schuilt in alles en dus ook in de vibratie en de energie van Aum. Maar al is de energie van Aum een fundament van ons bestaan, het is niet het begin- en eindpunt. Indien Aum een basisakkoord is, dan is God de melodie.